Nieuwsbrief der Lage Landen #4: Levensleer

Nieuwsbrief der Lage Landen #4: Levensleer

Welkom bij de vierde uitgave van den Nieuwsbrief der Lage Landen van het Zaakwoordenboek der Lage Landen.

Het jonge zaakwoordenboek is inmiddels aangekomen bij zijn dreumestrap. De richtlijnen van wat ik uiteindelijk zou willen bereiken met het Erventrouwnederlands krijgen nu ook een meer grijpbare vorm – later meer hierover – schrijf ik met een schriftelijk knipoog. Het ZLL nadert inmiddels ook 1.500 bladzijden en zijn er meer dan 5.000 wijzigingen uitgevoerd.

Het was echter niet geheel rozengeur en maneschijn afgelopen weken, alhoewel er altijd iets van groei is (kan het immers niet laten om nagenoeg elke dag iets te wijzigen of toe te voegen).
De uitgelichte bladzijde Gouwgravin had allang vervangen moeten zijn, weken geleden al, maar ik had een onverwachte hindernis toen ik mijn tenen wilde laten neerdalen in de zee der Nederlandse wetenschap gevuld met Latijnse en Griekse eilanden…

Inhoudsopgave

  • Uitgelicht: levensleer
  • De Worsteling der Natuur
  • Hoofdbladzijde ververst
  • De Mensenzuil
  • Evenwoord, wisselwoord en vertaling

Uitgelicht: levensleer

Wat begon als een eenvoudig verraam liep uit tot wekenlang werk, maar het is weer zover, nieuw uitgelicht: levensleer.

Nadat mijn eerste woordenlijst een werkelijkheid was geworden kwamen al gauw de algemene leervakken aan de beurt. Het is namelijk zo dat in het Nederlandse leerwezen de vakken onregelmatig zijn.
Om dit uit te lichten noem ik: scheikunde, aardrijkskunde, maatschappijleer, enzovoorts enzovoorts, en dan is er plotseling een Duits woord: biologie (of wellicht beter gezegd ontleend uit het Duits, gezien de Griekse samenstelling). De ‘reeks’ van vaknamen in het Nederlands is zoals mijn korte rijtje al liet zien eigenlijk altijd met achtervoegsel ‘-kunde‘ of ‘-leer‘, dus waarom zou de kunde des levens hiervan afwijken? ‘Levenskunde’ is daarbij ook toegevoegd aan het ZLL, maar als algemeen begrip vind ik levensleer toch iets fraaier en dichterlijker (tevens een reeds bestaand woord).

Levensleer gaf mij ook weer een smoes om een heleboel nieuwe woorden aan de algemene woordenlijst toe te voegen…tot ik vastliep op één begrip…


De Worsteling der Natuur

Levensleer heeft net zoals de andere uitgelichte bladzijden een omschrijving naast een (beknopte) betekenis, maar gezien levensleer ook een wetenschap is kwamen er veel meer andere wetenschappelijke begrippen voorbij dan ik had verwacht. Waarbij ook een hoop nog geen Nederlandse tegenhanger hadden.

Het begon met het begrip ‘natuurwetenschap’, dat ik doodleuk had vervangen door ‘aardwetenschap’ zonder er bij stil te staan dat aardwetenschap een heel ander vakgebied betreft… ‘Aard’ had ik namelijk al op het ZLL staan (of destijds bedacht) als evenwoord voor ‘natuur’ (gezien Hooft dit ook deed en ik dol ben op dat dichterlijke taalgebruik), maar ja, ‘aard’ is al in gebruik als zuivere tegenhanger voor ‘geo’…lastig, en feitelijk onbruikbaar voor wat ik gedachten had.

Voordat ik de witte vlag zou hijsen bladerde ik mij suf door oude woordenboeken en zuivere bronnen als de Bond Tegen Leenwoorden en Taaldacht, maar ik kon niets vinden dat gevoelsmatig klikte. De BTL had ‘aard’ en ‘aardschap’, wat ik niet verkeerd vond maar onbruikbaar als voorvoegsel (en niets voor natuurkunde), en Taaldacht had ‘wildkunde’ en ‘materkunde’, maar ook deze vind ik niet helemaal de lading dekken. Wild voelt meer omstreek-gericht en alhoewel ‘mater’ hetzelfde betekent als materie (ook zodoende beschreven in het WNT) is den oorsprong onduidelijk en voelt teveel als materie om mijn gevoel te sussen.

De knoopte hakte ik uiteindelijk wel door, dankzij één gerichte opmerking:

Het Nederlands (en door ontlening het Fries) is uniek in het gebruik van een inheemse samenstelling voor deze wetenschap. Het internationale woord met equivalenten in bijna alle andere talen is → fysica

etymologiebank.nl

‘Inheemse samenstelling’, dat vond ik een belangwekkende invalshoek.

Toen was ik toch om en kreeg natuur een plek op het ZLL en, alhoewel dit waarschijnlijk jeuk veroorzaakt bij menig Frans-vermijder, dit is wat het is. Er komt een punt dat je linksom of rechtsom moet gaan en den knoop werd doorgehakt.

Indien het past in den zin zal ik toch nog vaak aard en aards gebruiken, voor natuur en natuurlijk (en niet te vergeten het bijwoord uiteraard).


Hoofdbladzijde ververst

De hoofdbladzijde van het ZLL voelde nog wat ruw aan. Tijd voor wederom wat verfijning.

De zuilengang moest minder op den voorgrond, want het is meer een hulpmiddel voor mijzelf dan den gemiddelde lezer of lezeres, dus deze is nu met opzet grijs gemaakt. Het woordenboek is naar beneden verhuist en heeft ruimte gemaakt voor een nieuw aanhaling-gedeelte.

Ik heb altijd iets gehad met aanhalingen en ik vind het terecht dat een zaakwoordenboek als het ZLL dat zich zo op taal richt dan ook wat meer dichterlijke stukken vertoont bij binnenkomst.

Deze aanhalingen zullen (hopelijk) wekelijks of tweewekelijks worden vervangen (al wil dit nu al niet vlotten met de uitgelichte bladzijde…) en deze aanhalingen kunnen van gedichten afkomstig zijn of andere dragers. Op dit ogenblik ben ik bezield van wat oudere Nederlandse dichters en dichteressen, waarbij er nu een stukje staat uit een gedicht van Augusta Peaux.


De Mensenzuil

Op het ogenblik dat aanhalingen een gegeven werden had ik een nieuw stelsel nodig om deze zichtbaar te maken en duidelijk te scheiden van het woordenboek-gedeelte. Om deze reden heb ik mijn eerder bedachte levensbeschrijvingzuil vervangen door de nieuwe mensenzuil – hier zullen zowel levensbeschrijvingen als aanhalingen beschikbaar zijn.

Deze nieuwe zuil heeft ontzettend veel werk nodig, maar verwacht dat hier voorlopig weinig werkzaamheid zal zijn. Mensen hebben feitelijk den laagste voorrang van alles wat het ZLL nog moet bevatten, maar dit is wel iets waar ik naar toe wil werken in de nabije toekomst. Het enige wat ik nodig heb…is tijd.


Evenwoord, wisselwoord en vertaling

Soms is het ZLL-werk voornamelijk baardkrabberij dan werkelijk vulwerk, terwijl ik naar mijn beeldscherm staar en peins over het juiste woord of wat nou écht Nederlands is (of voelt als). Vanaf dag één was het al een onafgebroken zoektocht naar wat kan worden vervangen en wat eigenlijk te vergezocht zou zijn. Wanneer gaat men de grens over van ‘mooi’ Nederlands naar ‘onbegrijpelijk en vermoeiend’ Nederlands?

Een verstrikking, zachtjes gezegd, al is het niet ondenkbaar dat het ZLL wellicht al redelijk vermoeiend kan zijn voor den gemiddelde bezoeker of bezoekster.

Het punt waar ik in het verleden maar ook nu soms tegenaan loop is het verschil tussen evenwoord en vertaling. Wanneer is het uitheemse woord een inheems ontwenteld iets en wanneer een indringer? Na maandenlang zuchten en baardkrabben heb ik besloten dat het uitheemse woord een vertaling is als er niets is gebeurd om dit te ‘vernederlandsen’ (wat betreft spelling en/of uitspraak).

Dit verschil is het duidelijkst weer te geven met woorden als bijvoorbeeld zielsverwant.

Zielsverwant heeft een evenwoord, zielmaat. Zielmaat is een rechtstreeks evenknie, maar gevormd naar het Engelse soulmate. Al heeft zielsverwant ongetwijfeld de voorkeur is zielmaat wel erkend op het ZLL, want woordelijk vertaald of niet, die samenstelling is in gewisse zin inheems.

Zielsverwant heeft ook meerdere wisselwoorden (woorden van gelijke betekenis, maar niet volwaardige evenknieën). Boezemvriend, geestverwant en hartsvriend zijn de wisselwoorden voor zielsverwant.

Zielsverwant heeft ook een vertaling, de eerder benoemde Engelse soulmate. In tegenstelling tot de andere woorden wordt soulmate niet toegevoegd aan het ZLL als volwaardig begrip en wordt meteen doorverwezen naar zielsverwant.

Zo. Nu weer aan het werk.


Afbeelding (achtergrond): I, Chrumps, CC BY-SA 3.0, middels Wikimedia Commons