Nieuwsbriefje: Een Jaar Oud

Nieuwsbriefje: Een Jaar Oud

Geachte lezenaar of lezenaarster,

vandaag, aan den einde des daags, wordt het glas op schriftelijke wijze gehesen voor den verjaardage van het Zaakwoordenboek der Lage Landen; een jaar oud vandaag.

Het slot ging eraf in bloeimaand, maar op de zesde dag van sprokkelmaand, drie maanden eerder, was het zaakwoordenboek een ontegenzeggelijk gegeven. Het begin van iets nieuws, maar wel met bijzondere voorgangers zoals Vicipaedia, de Wikipedia geschreven in het Latijn; ene 'dode' taal.
Vanaf de eerste keer dat ik daar doorheen bladerde, iemand die amper Latijn begrijpt en hierin nooit was onderricht, was het voor mij alsnog waanzinnig bezielend. Waarom zouden mensen al die moeite nemen? Als ik het vervolgens op mijzelf betrek, waarom zou ik dan die moeite nemen, voor ener taal die zelfs nog wordt gesproken door miljoenen mensen?

Ik geef toe, het Nederlands is nog niet naar de eeuwige jachtvelden vertrokken, maar er zit wel een pijl in haar knie en zij wandelt met veel pijn. De moeite nemen voor haar is vanzelfsprekend.

Om een voorbeeld te noemen. In het nieuws was onlangs berichtgeving over de gestegen boekverkopen van vorig jaar, maar wel met de kille kanttekening dat deze stijging deels te danken was aan de toenemende belangstelling voor Engelstalige boeken. Waarbij een bevraagde jongere in een boekenwinkel zelfs benadrukte dat zijn moedertaal een lelijke was tegenover het schonere Engels.

Ook was er eind vorige maand nieuws over de 'moeilijk te begrijpen' ambtseed van rijksambtenaren en rijksambtenaressen die wordt vereenvoudigd (met ingang van 1 louwmaand 2024) van plechtig, keurig Nederlands met woordafwisseling en statig taalgebruik, naar de spraakkunstige hoedanigheid ener gemiddelde IKEA-handleiding.
Om de bewindsman aan te halen:

"...Ook is het belangrijk dat de nieuwe eed is geschreven in begrijpelijke en herkenbare taal. Zo is het voor ambtenaren ook makkelijker om daar in het gesprek over aan te gaan."

Ik steun de bewindsman en zijn bewindsraad in hun lage verwachtingen van mensen die voor der overheid zullen gaan werken. Hopelijk verlicht dit de druk bij rijksambtenaren die anders met droge keel en angstige twijfel in hun stem de eed zouden moeten afleggen.

Al met al, moge het duidelijk zijn dat de moeite nemen voor het Nederlands dus wel degelijk nut heeft of tegenwoordig zelfs onontbeerlijk is.

Of, zoals de nieuwe ambtseed zou zeggen:

"Het is nodig."

Jaar Twee

Terugkijkend, het eerste jaar was een wervelwind. Gaandeweg alles moeten uitvinden, wat mij tevens met enige regelmaat ergernis bezorgde naast voldoenende blijdschap, maar het ZLL is gelukkig bijna op het punt dat de meeste tijd kan worden besteed aan het vullen van. Evenwel, hiervoor moeten nog wat knopen worden doorgehakt.

Een der knopen is de maatschappelijke netwerk-zijde des zaakwoordenboeks, die ik ga sluiten, in ieder geval voorlopig, want het kost te veel tijd. Als de ZLL-ploeg ooit wordt uitgebreid zou dit ene fraaie taak kunnen zijn voor enen nieuwen lede.
Nog een knoop was om van de Nieuwsbrief der Lage Landen ene zeldzamere uitgave te maken, maar hiervoor is wel in de plaats een kleiner en maandelijks briefje voor teruggekomen over de uitgelichten woorden, afbeeldingen en aanhalingen der maand.

Zo. Nu op naar de volgende twaalf maanden.

Hoogachtend,
C.J. Righart


Afbeelding (achtergrond): robin robokow from Amsterdam, Netherlands, CC BY 2.0, middels Wikimedia Commons
Afbeelding (vormgeving): C. J. Righart