Nieuwsbrief der Lage Landen 13: De Herraming
Soms is minder meer.
Soms is minder meer.
De Nieuwsbrief der Lage Landen is de terugkerende nieuwsuitgave van het Zaakwoordenboek der Lage Landen – waarin zowel bijzonder, zeldzaam en/of schoon Nederlands wordt uitgelicht als de laatste ontwikkelingen betreffende het zaakwoordenboek. Uitsluitend beschikbaar op Righartswoord. Tekene in om op de hoogte te blijven.
Geachte lezenaar of lezenaarster,
in des nieuwsbriefs dertiende uitgave is het wederom tijd om wat voortgangszaken te benoemen. Na peinzing van geruime tijd viel laatstelijk het nodige kwartje: het ZLL moest gaver en slanker.
Doch, het is enen langen tijd geleden sinds de vorige nieuwsbrief in dezen aard, dus voordat de herraming wordt toegelicht, eerst even de nieuwe toevoegingen betreffende wat er de afgelopen maanden is bijgekomen.
Overzichtverheldering
Dit is nog deels een werk in uitvoering voor sommige overzichten, maar ver genoeg gevorderd om te benoemen.
Het ZLL is zo opgebouwd dat er – vergelijkbaar met bijvoorbeeld het Duitse Wikiwörterbuch – overzichten te elker bladzijde eens woords zijn die naast spelling in sommige gevallen ook de betrekkelijke naamvallen vertonen. Leuk voor der ingewijde, maar wat nou als de derde naamval iemand niets zegt? Dat men wel weet wat een datief is, maar deze niet meteen als de derde naamval herkent? Om deze reden bevatten alle overzichten nu koppelingen naar ene toelichtingsbladzijde.
Wat is enen naamval? Klik op naamval om meer te weten:
Zinnebeelden voor Woordgeslachten
Het in het algemeen toepassen van naamvallen is enkel haalbaar en met enige juistheid te bezigen indien de woordgeslachten bekend zijn. Ene zending des zaakwoordenboeks is bedoeld om deze bewustwording aan te sporen (en te behouden).
Het zaakwoordenboek heeft voor allen woordgeslachten zinnebeelden vertoond om de herkenning hiervan te vergemakkelijken, zoals in het knipsel hierboven is te lezen (naast Enkelvoud). Deze zijn niet groot uitgelicht, maar zichtbaar in de 'Enkelvoud'-kolom. Het meervoudige woord krijgt het geslacht des enkelvoudigen vorms mee, maar gezien de meervoudige vormen allemaal dezelfde verbuigingen hebben ongeacht woordgeslacht is hier geen gericht zinnebeeld aangeduid:
Zoals in de levensleer vanzelfsprekend is wordt voor mannelijken woorden het zinnebeeld van Mars gebruikt (herkenbaar aan zijnen schilde en speer) en voor vrouwelijken woorden die van Venus (herkenbaar aan haren handspiegele). Voor gemeenslachtigen woorden worden beide zinnebeelden naast elkaar gebruikt:
Zoals alle moedertaalsprekers en -spreeksters weten is er ook nog een derde woordgeslacht, of eigenlijk, een derde vorm zonder geslacht: onzijdig. Deze heeft nochtans geen herkenningsteken in de levensleer, want waarom zou er een geslachtsteken zijn voor hetgeen dat geslachtloos is? Redematig, maar ik bezie dat anders. Ik pak al mijn aanwerken op standvastige wijze aan en om het bij twee zinnebeelden te laten vind ik ontoereikend, wellicht zelfs storend – een zinnebeeld voor den onzijdigen woordgeslachte was dus onontbeerlijk. Mijn oplossing: Zon "lenen" uit het Romeins gemaarte (om een beetje in lijn te blijven met Mars en Venus):
Een herkenbaar zinnebeeld, zelfs op een klein beeldscherm, en aldus bij mijnen gevoel passend; waarom zou de zon een geslacht hebben? Nou is het wel zo dat het woord zon in onze taal wel degelijk een geslacht heeft (namelijk, vrouwelijk*), maar ik gun mijzelf deze vindingrijke ruimte. Taal is in beweging™.
* de woordenlijst van de Taalunie heeft zon als gemeenslachtig neergeschreven, maar ik houd in vrijwel elk geval het Woordenboek der Nederlandsche Taal aan.
Deze drie samen zullen de grondslag voor allen zelfstandigen naamwoorden vormen.
Uiteindelijk is het ook de bedoeling dat alle woordenlijsten deze zullen vertonen, zoals het knipsel hieronder weergeeft:
De Afstammelingen
Hoe benoemen wij hen die er voor ons waren?
De geslachtkunde (Frans: genealogie) is iets waar ik onbedoeld tegenaan liep met woorden als aartsvader voor den Latijnsen patriarch. Dit leidde mij naar talrijke nieuwe begrippen en ene beknopte woordenlijst.
De meesten zullen bekend zijn met overgrootouder en betovergrootouder, maar wat komt daarna? Of wellicht beter gezegd, daarvoor?
De volledige lijst met alle mogelijkheden is ont-zet-tend uitgebreid (honderden namen), maar vergeleken bij wat den Nederlandse Genealogische Vereniging en Histories uit Vlaanderen vertoont is het overzicht op het ZLL voor nu bescheiden; of zo beknopt als ik het kon scheppen:
Alhoewel ik met het ZLL de nieuwvorming waar mogelijk beperk – liever een vergeten woord terugbrengen dan een nieuwe munten – is er hier wel sprake van. De eerste trap in mijn overzicht heeft namelijk een eigen bedachte tegenhanger voor wat in de geslachtkunde de kwartierdrager wordt genoemd: wapendrager en wapendraagster.
Nou ben ik ietwat onverschillig over kwartier (Frans: quartier) en het ZLL vermijdt deze niet bewust. Vermoedelijk omdat er ook woorden als vertier en menigertier reeds bestaan klinkt kwartier voor mij niet zo afstekend. Dat gezegd hebbende heeft het ZLL voor sommigen kwart(ier)-vormen wel een tegenhanger beschreven (zoals het reeds bestaande verreljaar voor kwartaal).
"Kwartier" in kwartierdrager verwijst naar een der vier wapenvelden op een wapenschild (een voor ieder grootouder), en zodoende heb ik ene verkorte uitvoering hiervan gemunt.
De Behuwden
Nog een beknopt overzichtje. Een die enige tijd geleden door een werkgenoot in mijn schoot werd geworpen.
De "schoon-"-woorden als het gaat om verwanten in behuwde zin zijn streng gezien Fransvorming, gezien deze letterlijke vertalingen hunner oorspronkelijke Franse uitvoeringen zijn; zoals bijvoorbeeld belle-mère voor schoonmoeder.
Nou zijn er, weliswaar inmiddels verouderde, meer Nederlandse tegenhangers voor al deze letterlijke vertalingen, met behuwd- in plaats van schoon-:
Drieduizend Bladzijden ende Herraming
Drieduizend aangemaakte bladzijden was oorspronkelijk niet een ZLL-mijlpaal die in deze nieuwsbrief zou worden benoemd, maar gezien de vertraging is hij toch behaald.
Het is vreemd om voor te stellen dat nog geen twee jaar geleden er niet één bladzijde was, en dat het nu inmiddels de drieduizend voorbij is. Evenwel met een kleine korrel zout, veel van deze bladzijden zijn doorverwijzingen, maar het is uiteindelijk allemaal werk en deze verwijzingen zijn het grote hulpmiddel voor een ieder die niet met deze tak van Nederlands bekend is. Op naar de 5.000.
Tot slot nu dan hetgeen waar deze nieuwsbrief zijn naam aan heeft te danken.
znw. v. Van Ramen met her- en -ing.
Het nogmaals op een doel mikken.
Het ZLL als aanwerk was, tot voor kort, te breed geworden. Gewis met de inachtneming dat dit voor nu nog steeds ene eenmansonderneming betreft. Terugkijkend was dit geen vreemd verschijnsel. Ik had heel bewust het begrip zaakwoordenboek gekozen omdat het werk groter moet zijn dan enkel een woordenboek; het moet niet alleen waar mogelijk vermaken, het moet ook ene opslagplaats zijn wat veel Nederlandse kennis behelst – doch niet zo uitgebreid als Wikipedia.
Het hart zal altijd wel het woordenboekgedeelte blijven, maar ook dit was onder de verbreding aan het lijden. Een Schoner Woord heeft nog steeds enkel raadpleegbare bladzijden voor enen geringen dele aller woorden; de woordenzuil loopt achter en de lijstenzuil verdient ook wat liefde.
Een der ingrijpende beslissingen was om de mensenzuil te verwijderen. Er komen waarschijnlijk wel levensbeschrijvingen van mensen te zijner tijd, maar dit zal een andere vorm krijgen; met ene gerichtheid van vermaarden in de Lage Landen (inzonderheid Nederland en Vlaanderen). De Nieuwsbrief der Lage Landen was om deze reden ook iets veranderd; alhoewel deze nog steeds niet standvastig is wat uitgaven betreft, is hij wel minder tijdrovend om op te zetten gezien het een stuk gerichter is geworden.
Aanvullende zuilen zullen vanaf heden dan ook verder worden uitgedacht eer deze worden toegevoegd, of met minstens meer inhoud zodat dit hun bestaan tevens rechtvaardigt. Voorlopig zal ik mijn pijlen richten op het vollediger maken van Een Schoner Woord.
"Bevrijding"
Ter afsluiting een gedicht van Albert Besnard:
De sympathieën die 't heelal bewogen
Verwezenlijkt de mensch een broozen duur.
Uit vliedende materie werd getogen
De harde zin van een architectuur
En de gedachte stolt tot stijl en bogen
Van stuggen steen en ijzeren structuur.
Want 't licht verblindde ons zonder mededoogen
Dus giste niemand 't ijle van zijn uur.
Zoo grijpen we in 't heelal met zwakke handen;
Zoo minnen we als de werelden vergaan;
En zijn gevangen in den doem der wanden.
Ik wensch slechts den beschroomden teedren waan
Van eenen droom van laat beschenen landen
Daar dichters en gelieven eenzaam gaan.
Hoogachtend,
C. J. Righart
Beeld
Hoofding, achtergrond: Johan Tobias Sergel., openbaar vroon, middels Wikimedia Commons